Terugblik kennisatelier Expertteam Warmte
13 september 2023
De aanleiding voor dit kennisatelier was een Kamerbrief van oktober 2022 waarin minister Rob Jetten aankondigt dat het zeggenschap over bestaande en nieuwe warmtenetten voor 50 + 1 procent van de aandelen in publieke handen moet komen. Tijdens het kennisatelier deden Roy Hendriks en Hans Otten van Expertteam Warmte uit de doeken wat de nieuwe wet zal gaan betekenen voor gemeenten en voor Gelderland in het bijzonder.
Deze eisen aan het eigenaarschap zijn vastgelegd in de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) die op 1 januari 2025 van kracht gaat als deze na de Tweede Kamer-verkiezingen nog steeds op steun mag rekenen. Deze wet betekent veel voor de toekomstige rol van gemeenten bij het organiseren, financieren en beheren van warmtenetten.
Het idee achter de WCW is dat er een kavel wordt bepaald waar een warmtenet wordt gerealiseerd en geëxploiteerd voor een aanwijsperiode van 30 jaar. Zulke kavels plus de technische oplossing zijn al vastgelegd in de Transitievisie Warmte. Het idee achter de kavelsystematiek is dat het beheer ook overdraagbaar is.
De werkzaamheden worden uitgevoerd door een integraal warmtebedrijf. Dat wordt integraal genoemd omdat levering en netbeheer in handen van dezelfde partij zijn. Er is dus geen sprake van een gesplitst model. Gezien de lokale gebondenheid is er sprake van een natuurlijk monopolie. Niet alleen aan de kant van het warmtebedrijf, maar ook aan de eigenaarszijde stelt de WCW eisen, namelijk dat 50% (+ 1 aandeel) in publieke handen moet zijn.
Dit betekent een grote verschuiving omdat op dit moment 90-95% van de warmtenetten in handen van private warmtebedrijven is. Dat betekent dat er kennis, kunde, capaciteit en investeringskapitaal moet worden opgebouwd bij publieke partijen. Dat heeft tijd nodig. Daarom is er ook een overgangsfase of ingroeiperiode van 7 jaar vastgelegd waarbinnen private partijen nog een meerderheidsbelang mogen hebben als zich geen publiek bedrijf aandient. Daarna geldt de nieuwe eis.
Uitzonderingen
Er zijn wel een paar uitzonderingen geformuleerd:
- Kleine warmtenetten (<1500 WEQ) mogen volledig privaat.
- Private partijen mogen bestaande netten/kavels uitbreiden.
- Volledig private marktordening in ingroeiperiode mogelijk.
Rolneming gemeente
In de Transitievisie Warmte wordt de rol van gemeenten vaak geformuleerd in termen van faciliteren of participeren. Met invoering van de WCW zal de gemeente automatisch een actievere rol moeten spelen. Ze moeten namelijk enerzijds aandeelhouderschap gaan organiseren en anderzijds een warmtebedrijf benoemen dat de operationele taken uitvoert.
Variaties
Er zijn verschillende modellen denkbaar. ETW heeft de volgende modellen doordacht:
Als gemeente of andere publieke instantie ben je volledig eigenaar van een integraal warmtebedrijf dat zelf de operatie uitvoert. Dit is een logische stap als er al kennis, kunde en capaciteit beschikbaar is, anders is het erg ambitieus. Een voorbeeld van een dergelijk warmtebedrijf is HVC dat in handen is van een aantal gemeenten en waterschappen.
Deze variant verdeelt het aandeelhouderschap over een publieke en een private partij waarbij de publieke partij een meerderheidsbelang heeft. Op dit moment zijn de signalen uit de markt dat ze daar niet op zitten te wachten, omdat het doorslaggevende zeggenschap bij publieke partij ligt. Dit brengt veel risico’s met zich mee. Er wordt tegelijkertijd wel gekeken welke instrumenten bestaan om de commerciële belangen toch te beschermen.
Een andere mogelijke contractvorm komt uit de grond-, weg- en waterbouw, de zogenaamde Design, Build, Maintain (DBMO). Daarbinnen worden het ontwerp, de bouw, het onderhoud en de exploitatie door één opdrachtnemer uitgevoerd.
Dit is een optie als kennis, kunde en capaciteit nog niet aanwezig zijn bij de publieke partij. Dan moeten ze een partij inzetten om werkzaamheden te laten uitvoeren. ETW verwacht dat marktpartijen hierop zullen instappen. Dit omvat immers minder risico voor private partij dan mede-aandeelhouder zijn.
Hier zijn wederom twee smaken, namelijk 100% publiek eigenaarschap en < 50% eigenaar door de private energieleverancier (ESCo).
Warmtegemeenschap
Naast gemeenten kunnen bijvoorbeeld ook bewoners of netbeheerders kwalificeren als een publieke partij. Ze kunnen zich organiseren in een warmtegemeenschap. Een warmtegemeenschap kwalificeert als publieke partij, omdat ze geen winstoogmerk heeft. Dit betekent dat ze (een deel van) het vereiste publieke aandeel mogen invullen.
Een warmtegemeenschap kan gezien worden als energiecoöperatie zonder winstoogmerk. Diverse partijen kunnen deelnemen in de warmtegemeenschap. Denk hierbij aan vastgoedeigenaren en bewoners binnen een wijk maar bijvoorbeeld ook de gemeente of lokale netbeheerder. Een warmtegemeenschap heeft aan dezelfde voorwaarden te voldoen als een professionele partij wanneer deze de rol van aandeelhouder vervult binnen een integraal warmtebedrijf.
Gelders Warmte Infrabedrijf (GWIB)
In Gelderland zijn veel kleinere kernen waar kleinere warmtenetten kunnen worden ontwikkeld. Zodoende is het waarschijnlijk dat niet alle gemeentes de expertise, het kapitaal en de capaciteiten in huis hebben om dat uit te voeren.
Daarom heeft de provincie Gelderland het initiatief genomen tot het Gelders Warmte Infrabedrijf. Dat is een samenwerking tussen een technische partner (Firan), de provincie en een provinciaal fonds (Oost NL). Met hulp van het GWIB beschikken Gelderse gemeenten wel over de financiële, inhoudelijke en technische slagkracht om een warmtenet te ontwikkelen. Ze ondersteunen als holding gemeenten van de eerste ontwikkelingen tot aan de uiteindelijke exploitatie van de warmtenetten. Uiteindelijk wordt na realisatie een gezamenlijke BV opgezet, namelijk het Lokale Warmte Infrabedrijf.